Urineonderzoek
Bij een urineonderzoek kijken we eerst naar het aspect van de urine nl. hoe ziet die eruit, is het helder of troebel en wat is de kleur? Dan wordt er een teststrip in de urine gestoken, waarmee gekeken wordt of er bepaalde stoffen zoals bijvoorbeeld bloed, eiwitten, suiker en ketonen in de urine aanwezig zijn. Ook de zuurtegraad wordt bepaald.
Daarna wordt het sediment bekeken. De urine wordt hiervoor afgecentrifugeerd in een mini centrifuge, waardoor het sediment (cellen en eventuele kristallen) onderaan in het buisje terechtkomen. Dit sediment wordt vervolgens onder de microscoop bekeken. Er wordt dan gezocht naar ontstekingscellen, niercellen en heel belangrijk: kristallen. Kristallen kunnen gaan samenklitten en zo stenen vormen die mogelijk door middel van een operatie moeten verwijderd worden. Urinekristallen komen normaal niet in de urine voor en moeten als ze wel aanwezig zijn behandeld worden met dieetvoeding (blaasgruisdieet) en/of medicijnen.