Hulsterheide » diensten » behandelingen » reptielen

Reptielen

Wat je zeker moet weten wanneer je een reptiel in huis neemt.

Inleiding

Reptielen zijn zeer sterk afhankelijk van hun omgeving. Bij het houden van deze diersoorten is het dan ook van groot belang om hieraan zeker aandacht te besteden. Daarom geven we jullie enkele richtlijnen en tips bij de huisvesting van reptielen.

Terraria van de meeste aquatische en semi-aquatische reptielen hebben een landgedeelte nodig om te zonnen, eieren af te leggen, te rusten en op te drogen. Als substraat (bodemvulling) zijn krantenpapier, kiezel en houtspaanders geschikt. Zand (met uitzondering voor woestijnsoorten) en fijne houtkrullen worden best vermeden. Vers drinkwater moet steeds ter beschikking zijn en de drinkbak dient frequent onderhouden te worden. Dit geldt eveneens voor het substraat en andere voorwerpen in het terrarium. Ontsmetting kan met bleekwater, Dettol gebruik je beter niet.

Temperatuur

Reptielen moeten kunnen kiezen tussen verschillende temperaturen. Op één of meerder plaatsen mag de temperatuur oplopen tot zo een 40°C, in andere delen moet het reptiel kunnen afkoelen bij een temperatuur van zo een 20°C. 'S nachts mag de achtergrondtemperatuur wat afkoelen.
Deze temperatuur is soortafhankelijk.

Licht

Qua belichtingsduur hebben reptielen nood aan een circadisch ritme vb. 10 uur licht/ 14 uur donker. Door middel van belichting kan je seizoenen nabootsen vb lente en herfst 10 uur licht, zomer 14 uur en winter 10 uur.

Weetje: → Bij het verhogen van de temperatuur en het verlengen van de belichtingsduur kan je reptielen in paarstemming brengen.

De meeste reptielen hebben behoefte aan een hoge lichtintensiviteit (gemiddeld 10000 lux). Hiervoor kunnen iooddamplampen (HQI) en TL buizen gebruikt worden.
Voor het gezond houden van veel reptielen zijn UV lampen van levensbelang! Zowel UVA als UVB stralen zijn belangrijk. UV bronnen zijn beschikbaar in dierspeciaalzaken en dienen regelmatig vervangen te worden. Voor alle UV lampen geldt dat zich geen glas mag bevinden tussen lamp en dier. De geschikte afstand bedraagt tussen de 30 a 50 cm. Raadpleeg hiervoor de verpakking.

Weetje: → De juiste UV belichting en een correcte calciumvoorziening in de voeding kan een veel voorkomende aandoening nl. Metabolic Bone Disease in reptielen voorkomen!

Vochtigheid

Bodemvochtigheid wordt best laag gehouden. Luchtvochtigheid is afhankelijk van de soort. Algemeen genomen is deze vochtigheid overdag lager dan 's nachts en in regenwoudgebieden hoger dan in steppe- en woestijngebieden. Weetje: Te hoge luchtvochtigheid is schadelijk voor de meeste woestijnreptielen, terwijl te lage vochtigheid eerder vervellingsproblemen en uitdrogingsverschijnselen veroorzaken bij reptielen uit vochtige streken.

Samenzetten van reptielen

Vuistregel: Zet reptielen nooit samen met kleinere reptielen, kannibalisme is meer regel dan uitzondering. Mannelijke hagedissen en krokodillen zijn territoriaal en worden best niet samen gezet. Vrouwtjes kunnen meestal wel in groep gehouden worden. Kameleons (met uitzondering van de helmkameleon) dulden geen soortgenoten. Een aantal slangen zijn slangetend en kunnen zelfs niet met soortgenoten vergezeld worden. Schildpadden kunnen meestal zonder problemen in groep gehuisvest worden.

Voeder

Eiwitten, vet en koolhydraten. Planteneters hebben vooral behoefte aan koolhydraten en eiwitten, vleeseters vooral aan eiwitten en vet.
Vitaminen en mineralen. Met name Vit A en D3 zijn van belang en dienen aan een correcte hoeveelheid voorzien te worden. Qua mineralen zijn het voornamelijk calcium en fosfor die van belang zijn. Commercieel beschikbare insecten krijgen best 24 uur voor het voederen een calciumrijk voeder aangeboden. Daarnaast kunnen ze ook nog bedekt worden met een vitaminen/mineralenpoeder.
De meeste slangen en grote hagedissen eten muizen en/of ratten. Bij deze soorten zien we weinig voedingsproblemen. Toch komt af en toe een tekort aan vitamine C voor met huidproblemen vandien.
Viseters krijgen weleens een tekort aan Vit B1 of Vit E.
Grote hagedissen en veel schildpadden krijgen honden of kattenvoer te eten. Tekorten komen hierbij zelden voor, er heerst wel een risico op vervetting.

Weetje: → Commercieel droogvoer voor waterschildpadjes dat enkel bestaat uit beekvlokreeftjes zullen leiden tot metabolic bone disease en Vit A tekort.

Herbivoren kunnen gevoerd worden met groenten (andijvie, witloof, paardebloembladeren,...), fruit, zaden en hooi. Opgepast eiwitrijke diëten kunnen nierproblemen en jicht veroorzaken. Weetje: Kattenbrokjes zijn dan ook ten stelligste afgeraden voor landschildpadden.